‘Zo min als uw woord vergaat, zal het koor van die uw lof zingen teloorgaan’
*8 september 1783, Udby (Dk) – † 2 september 1872, Kopenhagen
Grundvig was een van de meest invloedrijke personen in het negentiende-eeuwse Denemarken. Al in 1803 haalde hij in Kopenhagen een graad in de theologie. Daarna bestudeerde hij de Edda en IJslandse sagen. De publicatie van een ‘Mythologie van het Noorden’ in 1808 zou gevolgd worden door veel andere boeken over oude Scandinavische en Angelsaksische literatuur, net als zijn vroege gedichten geheel in de geest van de Romantiek.
In 1811 werd hij na een geestelijke crisis predikant. In de eerste jaren die volgden schreef hij een wereldkroniek vanuit christelijk oogpunt en keerde hij zich tegen de invloed van het rationalisme in de Lutherse kerk van zijn land en in de filosofie. Het christendom was in zijn ogen een historische openbaring die ononderbroken was doorgegeven in een levende traditie van doop en avondmaal. Hij werd onder censuur gesteld en gaf zijn predikantschap op.
Hij bleef schrijven en richtte zich op het onderwijs. Grundtvig vond het onderwijs in de Deense taal en de nationale en bijbelse geschiedenis belangrijker dan de kennis van het Latijn en van de schrijvers van de antieke oudheid. Het pleidooi voor beter onderwijs voor iedereen zette hij in 1844 kracht bij door de stichting van volkshogescholen. Deze vorm van volwassenenonderwijs werd gedragen door een idee van levenslang leren en kreeg buiten Denemarken veel navolging. In 1839 had hij ook weer een aanstelling als predikant gekregen. Ook nam hij deel aan de politieke beweging die net als elders in Europa in 1849 leidde tot een democratische herziening van het parlementaire stelsel. Hij was voorstander van algemeen kiesrecht en bracht meer ruimte voor verschillende stromingen binnen de Deense Volkskerk. In 1861 volgde de benoeming als bisschop. (Misschien slaan de Denen de laatste jaren met hun nationalisme een beetje door. Dat krijg je als de correctie van het Evangelie wegvalt.)
Een recent onderwijsprogramma van de EU is naar hem vernoemd. Maar Grundtvigs mooiste erfenis wordt misschien wel gevormd door de 2000 kerkliederen waarmee hij de Deense liederenschat verrijkte. Zijn verkondigende paaslied ‘Zingt nu de Heer! Hij zag ons aan’ haalde in 2014 ook nog ons vernieuwde Liedboek. Helaas gold dan niet meer voor het innige gezang 458 uit het Liedboek van 1973: ‘Tot U is het, Heer, dat ik vlucht’. Daarin laat hij God wonen in de liederen die we soms tegen onszelf in zingen en rekent hij op de troostende nabijheid van een legerschare engelen. Die kunnen we nog steeds gebruiken.