Mijn God, gewapend tot de tanden voeren twee mannen in mij strijd
*21 december 1639, La Ferté-Milon (Fr.) – † 21 april 1699, Parijs
Gezang 88 uit het Liedboek van 1973 kreeg geen genade bij de samenstelling van de opvolger in 2013. Lag het aan de melodie? De vertaalde tekst was een bewerking van Romeinen 7, Paulus’ diepe verzuchting over het innerlijke gevecht tussen het verlangen om het goede te doen en de hardnekkige neiging het kwade te doen. Jean Racine had er twee mannen van gemaakt. ‘De één, vol geest en genade daalde uit de hemel tot mij neer’. ‘De ander, afgezant van ’t kwade wil aardse lust en eer’. Niemand minder dan koning Lodewijk XIV vond dat wel herkenbaar, evenals later de Duitse dichter Goethe die de beroemde regel smeedde over twee zielen die er in zijn borst woonden.
Racine had zelf ook de wereldse man het volle pond gegeven. Hij brak zijn theologieopleiding af. En na zijn doorbraak als toneelschrijver vervaardigde hij het ene wereldse theaterstuk na het andere en nogal ambitieus als hij was, stak hij daarbij de grootheden Molière en Pierre Corneille de loef af. Hij kwam hij in de schitterende entourage van de Zonnekoning terecht en schopte het tot lid van de Academie Française.
Maar hij had nog een andere kant. Racine was jong wees geworden en opgevoed door familie die hem doorverwees naar het internaat van Port Royal. Dat was een klooster waarin jansenistische opvattingen werden gehuldigd. Genoemd naar de priester Cornelius Jansen die een boek had geschreven over de genadeleer van kerkvader Augustinus, werd deze katholieke stroming gekenmerkt door een strenge spiritualiteit gericht op de ontvangst van goddelijke genade. De abdis van het klooster was een tante van Racine en zijn leermeester in het Latijn was ook een jansenist. En toen hij in 1677 in een geestelijke crisis terecht kwam, zocht hij hernieuwd contact met zijn vroegere bekenden van Port Royal. Hij trad netjes in het huwelijk en schreef verder geen wereldse toneelstukken meer. De koning betrok hem bij het schrijven van de geschiedenis van zijn koninkrijk.
Het gedicht bij Romeinen 7 komt uit zijn gebundelde Cantiques Spirituels, teksten gebaseerd op bijbelgedeeltes en het gebedenboek van de katholieke kerk. Een andere Cantique werd beroemd dankzij de muzikale toonzetting door de componist Gabriel Fauré.
En zou wat meer bewustwording van onze innerlijke tegenstrijdigheden ons geen goed doen?