We hebben vrienden nodig!
Het is 1910. In Edinburgh, Schotland, wordt een grote Wereldzendingsconferentie gehouden. Men beraadt zich over de voortgang van de wereldwijde zending en evangelisatie. Na ‘de eeuw van de zending’ is ook op het zuidelijk halfrond het christendom gaan groeien. Toch zijn van er van de twaalfhonderd gedelegeerden slechts zeventien zelf uit dat zuiden afkomstig. Een ervan is een christelijk leider uit India, Samuël Azariah. Aangemoedigd door John Mott, de grote zendingsman van dat moment, spreekt hij zijn speech recht uit zijn hart. Beleefd maakt hij de vergadering duidelijk dat het tijd wordt dat kerken in het zuiden onafhankelijkheid krijgen. Geen vaderlijke betutteling meer, maar ondersteuning op voet van gelijkheid als broeders en zusters. ‘We hebben vrienden nodig’.
Het wordt een beroemde zin. Het Zuiden van de wereld meldt het Noorden dat het andere verhoudingen wil! Pas een halve eeuw later komt er daadwerkelijk een einde aan het westerse kolonialisme, als het ene na het andere land in Azië en Afrika zich losmaakt uit de westerse voogdij van landen als Groot-Brittannië, Frankrijk en Nederland. En dat gaat lang niet altijd vriendelijk.
Azariah was zoon van een dorpspastor. In 1905 was hij de eerste Anglicaanse bisschop in India geworden, van het nieuwe bisdom Dornakal, Madras. Hij preekte vaak over de vier demonen Dirt, Disease, Debt, Drink: vuil, ziekte, schuld en drank. Hij maakte ook duidelijk dat het evangelie haaks staat op het kastenstelsel. De ‘onaanraakbaren’ hadden zijn grote aandacht. Op dit punt had hij ook een belangrijk meningsverschil met niemand minder dan Mahatma Gandhi. Gandhi zag ook dat het Hindoeïsme een ingrijpende verandering nodig had. Maar hij was tegen christelijke zending. Azariah vond dat er niets minder dan een bekering nodig was. Het Hindoeïsme was te nauw verbonden aan het onderdrukkende kastenstelsel. Net als in de begintijd van het christendom is het Evangelie een kracht die de wereld op zijn kop zet. Overigens nam Azariah wel allerlei elementen van de cultuur van zijn land over in liturgie en kerkbouw.
Op de Anglicaanse heiligenkalender staat hij op 2 januari. Nog steeds hebben mensen en bevolkingsgroepen te lijden onder onderdrukking, uitbuiting, politieke chaos. Misschien is vriendschap ook nu de naam voor een tegenkracht van fundamenteel belang.