Je kunt uitstekend filosoferen tijdens het koken
*12 nov 1648/1651 San Miguel Nepantia, Tepetlixpa – † 17 april 1695, Mexico Stad
Volgens Sor Juana was de ziel niet specifiek mannelijk of vrouwelijk. Juana Ramírez de Asbaje was intelligent en mooi, maar arm. Ze was door een Spanjaard buitenechtelijk verwekt bij een Creoolse vrouw. Moeder liet haar opgroeien bij de grootvader. Zijn bibliotheek wakkerde haar dorst naar kennis aan. Met haar kennis van literatuur en allerlei wetenschappen werd zij op haar zestiende opgemerkt door de onderkoning van Nieuw-Spanje en kwam zij aan het hof als kamervrouw van de markiezin.
In 1669 wordt ze non in het Convent van Santa Paula van de orde van St. Hieronymus. Heel vroom is ze niet. Maar ze heeft geen behoefte aan een huwelijk en in het klooster heeft ze minder last van mannelijke avances. Ze mag er lesgeven en studeren. Ze vormt een grote privébibliotheek en verzamelt muziek- en wetenschappelijke instrumenten. Haar cel is tegelijk een literaire salon, een werkkamer en een ontmoetingsplek van intellectuelen, waaronder de markiezin. Ze is spits en geestig en beheerst alle literaire vormen van de Spaanse Gouden Eeuw. Ze levert niet alleen op bestelling religieuze liederen voor de kathedralen, maar schrijft ook liefdespoëzie, satires, drama, boertige toneelstukken en essays. Haar populair geworden liederen mengen de verschillende talen van het land. De stukken van de ‘Phoenix van Mexico’ worden in het hele Spaanse taalgebied gespeeld. Met groot gemak mengt ze thema’s uit de antieke oudheid met een religieuze en morele boodschap.
Een persoonlijke en tegelijk theologische tekst is ‘Primero sueño’ (‘Eerste droom’) uit 1692. Daarin beschrijft ze de zoektocht van de ziel naar kennis. Gedreven door geloof in een Hoogste Zijnde die het universum ordent, tracht de ziel het universum te doorgronden. Maar het einde is duisternis. Het verstand raakt overweldigd door de immense omvang van het Al en door de enorme diversiteit van samenstellende delen. Geloof biedt geen werkelijke uitleg. We staan voor een Mysterie.
Een botsing met kerkelijke prelaten was onvermijdelijk. Als een theoloog anoniem heftige kritiek op haar levert, schrijft ze een verweerschrift waarin ze het recht van vrouwen op studie verdedigt. Ze drijft de spot met de minachting die mannen ten toon spreiden. Maar van de aartsbisschop mag ze alleen nog religieuze teksten schrijven. Nieuwe machthebbers bieden minder bescherming en in 1694 wordt ze gedwongen al haar boeken te verkopen en zich aan ziekenzorg te wijden. Een pestepidemie het jaar daarop wordt haar fataal.
(2022)