Wat helpt mij door de coronatijd heen? Welke aspecten van het ‘Verhaal’ van het christelijk geloof bewijzen in deze tijd hun waarde? Grote theologische bespiegelingen over de betekenis van corona heb ik tot nog toe aan me voorbij laten gaan. Als ze er al waren, want het was er te vroeg voor. Maar er valt wel iets te zeggen over kernwoorden die hun waarde bewijzen. In mijn gemeente zetten we het seizoen 2020-2021 in met thema ‘kunst van het leven – levenskunst’. Hier geef ik mijn tien kernwoorden. Tien antwoorden op de vraag wat de waarde van de boodschap van de Kerk is, juist ook nu! Mijn antwoorden: die van een witte man van 63, protestantse dominee met een goed inkomen en een goede gezondheid.
1. Tijden van dorheid en saaiheid accepteren.
‘Het leven is niet altijd leuk’. Rutte moest het een keer hardop zeggen. De grootste ramp van corona leek in de afgelopen maanden te zijn dat het leven door beperkingen saaier en stiller werd. Hoe erg het was dat allerlei leuke, fijne en gezellige dingen niet konden. Niet op verre vakantie, geen familiefeestjes, geen kerstmis met z’n allen. Maar tijden van dorheid, schraalheid horen er bij. Dat vertelt het oerverhaal van het geloof al. De tocht van uittocht naar het beloofde land is een lange reis door de woestijn. Dat is een kostbaar en waardevol beeld! Bij de woestijn horen droogte, saaie landschappen. Tegenslagen, terugslagen, beperkingen. De woestijn staat symbool voor moeilijkheden voor de geloofsgemeenschap, ‘Gods volk onderweg door de tijd’, maar het is ook een universeel verhaal, van toepassing voor de persoonlijke ‘weg door het leven’ als mens, of voor die van ons als volk(eren).
Het eerste werkwoord is accepteren ervan. Niet denken dat je eraan kunt ontsnappen. Ertegen vechten is zonde van je energie. Het is wat het is.
Vergelijkbare beelden zijn die van het sabbatsjaar en de winterslaap. In het sabbatsjaar ligt de akker verplicht braak. Bij een winterslaap gaat er van alles op een laag pitje. In coronatijd moeten we ook als kerk accepteren dat er van alles op een laag pitje moet. Samenzang, ontmoetingen, vieringen., andere groepsactiviteiten. Ook als voorganger moet ik een stukje van mezelf in winterslaap laten gaan. Gewoon accepteren dat ook gespreksgroepen nu even niet aan de orde zijn.
Christenen, voorgangers, theologen, zitten en zaten de afgelopen tijd wat mij betreft soms teveel in de modus van activistisch de strijd aangaan tegen alles wat nu niet kan. Door over de grenzen te gaan van de beperkingen. Of door het overschatten van de beschikbare energie om te veranderen en versneld allerlei ‘toch al noodzakelijke’ vernieuwingen door te voeren. Hebben zij stap 1 niet overgeslagen? De woestijn doet een extra aanslag op reserves! De piramide van Maslov maakt duidelijk dat als er extra aandacht moet uitgaan naar meer basale levensbehoeften, de energie voor kerkelijke activiteiten die meer aan de top van de behoeftepiramide liggen, wegzuigt. Deze tijd is niet per se extra kritiek voor de kerk. Want dorre tijden kunnen tijdelijk zijn. Er is niets mis met een ‘overlevingsstand’.
2. Eigen kwetsbaarheid en sterfelijkheid onder ogen zien en omarmen
Aan corona kun je dood gaan. De dood is voor iedereen dichter om de hoek komen te liggen. Zo niet jouw dood, dan die van naasten. We moeten onze lichamelijke kwetsbaarheid onder ogen zien. Corona was en is ‘confronterend’ omdat de illusie van maakbaarheid en menselijke regie over ons leven verstoord werd. Maar het besef daarvan zat al in het DNA van elke gelovige. Het staat op bladzijde 1 van de Bijbel. Je bent schepsel, en met de dieren heb je gemeen dat je gekomen bent om op een dag weer te gaan, ook als je niet wilt. Corona maakte zijn entree in ons land rond carnavalstijd 2020. Op Aswoensdag aan het begin van de Veertig Dagen haalden ook in mijn gemeente kerkgangers een askruisje. Daarbij worden de woorden gesproken ‘stof en as ben je’. Geloof laat ons niet aan het besef van eindigheid van ons leven ontsnappen. Geloof stimuleert ons juist om ons lichaam te omarmen als iets kostbaars. In dit lichaam ben ik mens van God. Het is eigenlijk niet van mij. Ik heb er geen laatste beschikking over. Verbonden met de natuur als ik ben. Corona daagt dan extra uit om niet uit te stellen tot het te laat is, van dingen die voor je gevoel bij je opdracht horen (zaken voor je eventuele plotselinge uitvaart op papier zetten, een conflict oplossen waar je in zit, je nabestaanden met zo min mogelijk onbetaalde rekeningen laten zitten, letterlijk of figuurlijk,etc.).
Toen ik voor het eerst als predikant bevestigd werd, deed ook de ouderling van dienst aan de handoplegging mee. Hij had terminale kanker. Mijn eerste Avondmaalsbediening aan huis was aan zijn sterfbed. Mijn eerste uitvaartdienst was die voor hem. Geloof laat het besef van eindigheid met ons meegaan, helpt om die onder ogen te kunnen zien, en zelfs om deze eindigheid ook te omarmen. Zo zijn we schakels in de ketting van generaties. Zo geven we leven, geloof, kennis, ervaring dóór.
3. Je kruis vrolijk dragen
‘Bezit uw ziel in lijdzaamheid’ is een oude spreuk van vroeger. Op de gevel van de ouderling van zonet stond groot geschilderd: ‘God heeft ons geen kalme reis beloofd, maar wel een behouden aankomst’. Jezus riep zijn volgelingen (althans volgens enkele evangelisten) om zelf ook net als hij hun eigen kruis op zich te nemen en hem te volgen. Er staat niet: om je kruis met een boogje heen lopen, of proberen het van je af te schudden of het op een ander af te wentelen. Jouw kruis. Niet dat van een ander. Is dit niet hetzelfde als ‘de woestijn aanvaarden?’ Daar ging het meer om de omstandigheden, de situatie, de tijd. Hier nog meer om de gevolgen voor jezelf. Dat je van alles niet kunt. Dat je daar last van hebt. Dat je dat zwaar vindt omdat het dat ook gewoon is.
Gaat dat ook nog als je failliet gaat? Als je je mooie baan verliest? Als je depressie door de omstandigheden verergert? Niet gemakkelijk! Gelukkig betekent ‘je kruis dragen’ niet dat je geen beroep mag doen op anderen en om hulp mag vragen of om concrete noodsteun.
En het kruis van een Ander en van anderen helpt altijd om je eigen kruis te relativeren: ik ben niet de enige. En om het te relateren. Draag ik mijn kruisje misschien om van betekenis te kunnen zijn en blijven voor anderen, ‘hem achterna’?
4. Zorg dragen voor je lichaam
De focus op het coronavirus heeft ook de waarde van de medische zorg, de farmaceutische industrie en de zorg in het algemeen meer naar voren gebracht. De coronamaatregelen zetten sterk in op onze verantwoordelijkheid voor elkaars gezondheid en de blijvende mogelijkheden van zorg voor iedereen. Gek genoeg gaat het weinig over de plicht om allereerst goed voor jezelf te zorgen. Maar die zelfzorg hoort juist bij het besef dat mijn lichaam en mijn leven ook een plek is waar geloof, hoop, en liefde gestalte krijgen. Genoeg en gezond eten, slapen, bewegen, ontspanning naast inspanning, zorg om een gezonde geest (‘mens sana in sana corpere’) omdat dat ook terugslaat op het lichaam. In coronatijd moet daar een schepje bovenop. Hoe meer weerstand ik heb, hoe minder kans dat ik de zorg belast als ik toch ziek wordt. Hygiëne- en gezondheidsmaatregelen zijn als zo oud als de Tora en nog veel ouder zelfs. De nieuwe zijn net als de oudere (en gedeeltelijk verouderde) niet alleen goed voor anderen maar ook voor mij. En voor mij óm anderen. Ik neem dus ook beperkingen in acht. ‘Nee, mevrouw, niet noodzakelijk bezoek aan huis kan even wachten’.
Hierbij denk ik ook aan de liefdevolle aandacht van Jezus voor zieken, zijn compassie met melaatsen, blinden, doven, kreupele, onthande en verlamde mensen, als een goede herder die zorgt voor zwakke schapen. In de zorg voor mijzelf én anderen mag ik delen in de beweging van Goddelijke zorg om onze heelheid en heelwording.
5. Hoop bewaren en niet doemdenken
Corona levert dramatisch grote getallen slachtoffers op. De wereldwijde gevolgen, ook indirect, kunnen we nog niet overzien. We zagen soms hartverscheurende taferelen. En dat het virus muteert wekt weer nieuwe zorgen over besmettelijkheid en druk op de zorg.
Maar we laten de kop niet hangen! Geloof gaat over hoop, hoop op tegenkrachten en tegenbewegingen tegen wat het leven van mensen ondermijnt, beschadigt. Hoop op God is hoop op de macht van de liefde, belichaamd in mensen. We zagen van meet af alles op alles gezet worden om vaccins en medicijnen te ontwikkelen. Als gelovige delen we in de wereldwijde hoop op succes van farmaceuten, op goede en snelle verdeling van medicatie. Maar hoop vanuit het geloof gaat ook over hoop op eerlijke verdeling, dat niet het recht van de sterkste en dus de rijkste landen de wereld beheerst.
God is met ons, déze God, de Naam voor wat liefde, compassie, bewogenheid om bedreigde mensenlevens genoemd mag worden. Die in prachtige mensen en prachtige bewegingen van mensen wordt belichaamd.
6. Verzet plegen en niet lui zijn
Niets gaat vanzelf. De keerzijde van hoop is dus altijd ook menselijke inzet en inspanning. Zorgpersoneel en farmaceuten, adviseurs en ministers ‘staan in de frontlinie’. Het beeld van een oorlog is toepasselijk. Corona: een gemene vijand van het menselijk leven op aarde. De strijd ertegen is een gemeenschappelijke opdracht. Maar ook het bewaren van menselijkheid, humaniteit, rechtvaardigheid is een opdracht. En er zijn ondermijnende krachten. Krachten van egoïsme en eigenbelang, zelfzucht, winstbejag, bikkelharde concentratie op alleen het eigen groepsbelang, discriminatie, leiders die graag inspelen op gevoelens van angst en onzekerheid voor hun eigen verhaal.
Israël vaccineert eerst ‘eigen volk’, daarna misschien ook een keer Palestijnen. Onder christenen worden complottheorieën verspreid over pacten met de duivel van Microsoft en verbinden het getal van het Beest 666 met vaccinatie. Nationalisme verleidt machthebbers om het niet nauw te nemen met regels voor goedkeuring van vaccins van eigen fabrikaat.
Christenen weten dat zulke dingen gebeuren en dat je in tijden van crisis dus juist extra waakzaam moet zijn. De wapenrusting van de vrede (Efeziërs 6) is wel vreedzaam, maar dat betekent niet je mond houden, de pen stil houden of op je handen blijven zitten. Tegenover leugens moet de waarheid verteld worden. In een tijd vol fake news en schadelijke werking van algoritmes die hun eigen wetten volgen is er werk aan de winkel. De vertragende effecten van conoramaatregelen zoals het gedwongen thuis zitten kunnen je ook lui maken. Thuis is de grote wereld ‘buiten’. En bij meer thuis is die ook meer buiten. Maar allerlei vormen van groot kwaad ‘buiten’ zijn niet stiller gaan zitten.
7. Trouw blijven aan je missie
Waar mogelijk zoveel mogelijk doorgaan dus. En kan het niet gewoon, dan maar ongewoon. Coronatijd verandert niets aan mijn persoonlijke missie, met persoonlijke taken en opdrachten: als echtgenoot, vader, broer, zwager, buurman, burger, gelovige. Ik had verantwoordelijkheden en die blijven. Ik heb maar te dealen met de beperkingen. Ik zoek mijn weg er doorheen. Hetzelfde geldt voor de beroepsmatige. Heb ik een aanstelling en een inkomen, dan heb ik de verplichting om er het beste van te maken.
Dat geldt ook voor de rol in de kerk, en voor de rol als kerk. Doen wat je doen kunt, er het beste van proberen te maken. De boodschap met de mensen en middelen die je hebt, vorm geven.
Daarbij hoort: je niet gek laten maken. Corona is niet per se een ‘wak up call’ dat de kerk moet veranderen. De kerk moet vooral zichzelf blijven, en kijken wat ze met de beschikbare middelen kan. De missie en de doelgroep verandert niet. De opdracht was al om getuige van het Evangelie te zijn in deze tijd en niet in die van gisteren, dus met gebruik van social media, internet, video, met aandacht voor alle generaties, met de opdracht om te denken aan morgen. Met niet alleen aandacht voor je eigen club, maar ook voor anderen. Niet alleen voor de eigen daklozen, maar ook met compassie voor de vluchtelingen. Niet alleen voor mensen, maar ook voor de planeet, flora en fauna. Dus blijven vergroenen waar je kan. De ‘wake up call’ horen van het bericht dat 2020 weer allerlei weerrecords brak. Etc.
8. God behoeden
In een preek uit het begin van de vreselijke cholera-epidemie van 1866, vlak na de eerste uitbraak in Rotterdam herinnerde ds. Chantepie de la Saussaye zijn geschrokken gemeente aan het oude onderscheid tussen ‘tuchtiging’ en ‘straf’. Niet alles wat als een straf voelt is dat ook. Sommige dingen zijn wel naar. Maar ze zijn alleen een pedagogische tik. Corona leert ons dat we voorzichtiger moeten zijn met allerlei dieren op elkaar te stapelen op markten. Maar God is niet bezig met een speciale wraakactie om bepaalde ongerechtigheden af te straffen. We moeten achter alle narigheid niet ineens een wrekende God in de hemel projecteren. Of andere goden die ons het leven misgunnen. Met een beetje nuchter gebruik van het verstand ons gegeven kunnen we dat zien. We hebben soms gewoon pech. Virussen en bacteriën zijn functionele onderdelen van de biologische opmaak van het leven. We moeten ze beter leren kennen om er beter mee om te gaan.
‘God behoeden’ komt uit een beroemde zin van Etty Hillesum. Ze beloofde midden in de verschrikkingen van de Holocaust goed zorg te dragen voor God ‘in’ haar, in haar bestaan in kamp Westerbork. Ze zou hem niet in haar laten bezwijken. Etty Hillesum haalde God weg bij de nazi’s en hun trawanten, door hem helemaal naar zichzelf ‘binnen’ te halen. Dat is misschien wel de sterkste vorm van verzet die je kunt bedenken.
We maken de krachten van Gods liefde zwak, als we hem aan de straffende en wrekende kant tegenover ons plaatsen. Wij moeten het niet winnen van corona. God moet het winnen van corona. De Eeuwige is niet bezig ons te straffen, maar de kracht die ons helpt te winnen. Maar die vraagt dan ook aparte voeding, door ‘aandachtig leven’.
En ik hoef me niet te vermoeien met het zoeken naar een antwoord op de vraag naar de speciale bedoeling van corona, met mij of met de kerk in deze tijd. Er is geen speciale bedoeling, want God zat er niet achter.
Die cholera van 1866 viel wel samen met een bijzonder moment in onze kerkgeschiedenis: de grote Nederlandse Hervormde Kerk van toen voerde op dat moment een democratische vernieuwing door. Gemeenteleden kregen meer kiesrecht. Die bracht in veel gemeenten een omwenteling teweeg waarbij kerkenraden ‘van kleur verschoten’. Maar die vernieuwing had niet veel met de cholera te maken. Het betekende eerder dat de kerk zich niet door een epidemie liet verlammen.
9. Genieten van al het goede dat God je geeft
In tijden van beperking leerden we dingen waarderen waar we anders aan voorbij leefden. Bloemen in de bermen, vogeltjes in de tuin, landschappen in eigen land, boeken die anders ongelezen bleven, stilte en rust in plaats van drukte, in plaats van strepen in de lucht strepen in de agenda met ruimte voor genieten van die blauwe lucht of de sterrenhemel ’s nachts, minder vervuiling, minder vernieling inde oudejaarsnacht. Dus toch de hand van God? Zoveel zegen als corona ons ook brengt! Maar ‘God doet alle dingen meewerken ten goede’ is net iets anders. God heeft niet de hand in corona, maar legt zijn/haar hand aan ons die hun weg zoeken met corona.
Genieten van al het goede dat God je geeft is in het bijbelboek Prediker bijna de enige wijsheid die deze filosoof uit het Oude Testament als zin in het leven kan ontdekken. Maar dat is tegelijk toch een hele opdracht en een hele kunst. Aan de goede dingen in ons leven kunnen we de gedachte ontlenen dat het misschien ook de bedoeling is dat we het goed hebben en dat we ons goed voelen. Stel je voor, dat God het goed met ons voor heeft! Dat geloof alleen maar ontlenen aan een Boek van lang geleden naar aanleiding van gebeurtenissen van lang geleden werkt niet zelfs niet als die gebeurtenis de naam Jezus Christus draagt. Om de goedheid van de Ene te horen of te voelen moest ik altijd al op zoek naar het goede van God in het leven hier en nu! Dat is wat we doen als we danken.
10. Leren bij het leven
Aan veranderingen kun je groeien. Ongezocht kunnen omstandigheden je dwingen. Maar dat God ons graag aan permanente educatie onderwerpt, hadden we ook al kunnen weten. Niet alleen is de kerk een leerschool, waarin we ‘leren bij het leven’. Het leven zelf is dat ook. We rijpen en groeien door de tijd heen. Bij tegenwind moet je dieper wortelen om overeind te blijven.
En ja, de reis door de woestijn kan ook betekenen dat je door een crisis heen gaat, net zoals het verhaal van de Tora vertelt. Voor de leiders en voor het volk is het een beproeving: van de kwaliteiten en het gezag van de leiders, van de volharding, het geduld, de hoop en het geloof en de liefde van iedereen. Maar de beproeving maakt de volhouders rijp voor de entree in het beloofde land.
We maken ons versneld nieuwe technieken eigen om ‘online’ met elkaar te communiceren als het fysiek niet kan. We werken aan andere vormen van communicatie en informatie. In de kerk verruimen we soepeler oude gewoontes en praktijken in de liturgie. Het onderscheid tussen groei en wildgroei komt later wel. We leren denk ik beter om kerk op verschillende niveaus en op verschillende manieren tegelijk en naast elkaar te zijn. Kerk met een grote K was al een wereldwijde beweging. Muren en geografische grenzen, bijvoorbeeld die van het eigen dorp, gaan nog minder tellen.
8 januari 2021
Naschrift:
de volgorde van deze tien hulpwerkwoorden is geen rangorde, maar alleen associatief tot stand gekomen. En de zin ‘God moet het winnen van corona’ moet niet gelezen worden als concurrerend met de slogan ‘Alleen samen krijgen we corona eronder’ maar als een versterking.
Reageren? Vragen? Stuur een emailtje naar ds.jansen@pgwh.nl