‘Moet men vergeven? De duivel vergeeft men niet. Die bestrijdt men.’
- 21 mei 1900, Amsterdam – † 10 februari 1945, Neuengamme
Tijdens de Duitse bezetting hebben er meer dan honderd Nederlandse predikanten gevangen gezeten. Ruim zestig kwamen in een Duits of Pools concentratiekamp terecht en ruim de helft daarvan is er om het leven gekomen. Hitler had in 1939 voor de duur van de oorlog wel actie tegen de katholieke en protestantse kerken verboden. Maar opruiende en ‘politieke’ voorgangers werden aangepakt. ‘Deutschfeindliche’ uitspraken in de preek, voorbede voor de koningin, het voorlezen van kanselboodschappen over de Jodenvervolging en helemaal de deelname aan het ondergrondse verzet konden een reden tot arrestatie zijn.
Ds. Paul Borgers was predikant van de Evangelisch-Lutherse Gemeenten in Doesburg en Apeldoorn. Hij werd op 10 december 1944 gearresteerd vanwege zijn felle protesten tegen de bezetting en vanwege het feit, dat hij elke zondag bad voor de Joden en de Koningin. Twee maanden later bezweek hij in het concentratiekamp Neuengamme (D.).
Na zijn HBS-diploma had hij gewerkt in het bankwezen. Een veelbelovende carrière werd afgebroken omdat hij roeping kreeg voor het predikantschap. Na zijn studie theologie in Amsterdam werd hij Luthers predikant, achtereenvolgens in Monnickendam, Den Helder, Rotterdam en vanaf 1935 van de gecombineerde Evangelisch-Lutherse Gemeenten van Apeldoorn en Doesburg.
Tijdens de bezetting trok hij op de kansel en in de Lutherse synode fel van leer tegen het nazi-regime. Net als onder Duitse Lutheranen klonken ook hier stemmen die moeite hadden met kritiek op de overheid. Zijn reactie was: ‘Zou dit niet de geest van Luther zijn, welnu, dan richten we ons in dit geval niet naar Luther.’ Een Joodse inwoner van Apeldoorn getuigde later: ‘Nimmer heb ik zo horen bidden voor mijn volk, als ds. Borgers dat deed’. En toen de bezetter de lichamen van gefusilleerde verzetsstrijders in Apeldoorn langs de kant van de weg legden met het bord ‘Terrorist’ vond Borgers het ongepast om over vergeving te spreken. ‘Ik blijf met alle kracht en felheid, die in mij is, protesteren tegen hen, die dit walgelijke deden.’
Was het verstandig om wekelijks voor de koningin te blijven bidden? Het werd hem afgeraden. Maar hij kon niet zwijgen.
Tegelijk met hem werd kerkrentmeester Adriaan Koot gearresteerd die met zijn predikant een duo vormde en waarvan twee zonen in het gewapend verzet zaten. Mogelijk speelde mee dat er in huize Borger ook een onderduiker was verborgen.
2020