Rustverstoorders zijn denk ik nog met ons in de kerk vermengd met de bedoeling om ons meer druk te maken over het verdedigen van de waarheid. Wij overwinnen hen zoveel wij kunnen door zachtmoedigheid en geduld.
*1499, Łask (Pl) – † 8 jan 1560, Pinczów (Pl)
Dat het ambt van ouderling een belangrijke pijler werd van het Nederlandse protestantisme is voor een flink deel te danken aan Johannes a Lasco. De ‘reformator van Oost-Friesland’ was een Pools edelman met een brede Europese oriëntatie. Dankzij een oom die bisschop was, had hij in Italië kerkelijk recht gestudeerd en daarna als priester goede posities in Polen gekregen. In 1524 op diplomatieke missie voor zijn koning had hij in Parijs, Bazel en Zürich diverse humanistische en protestantse geleerden ontmoet. Hij heeft onder één dak gewoond met Erasmus en verwierf zelfs zijn bibliotheek. Pas op zijn veertigste kwam het tot een breuk met de pauselijke kerk. Het was in Leuven, waar hij toen ook trouwde.
Op de vlucht voor dreigende vervolging kwam het echtpaar in 1540 via Aduard in Emden. Daar werd hij door gravin Anna benoemd tot ‘superintendent’ van de protestantse gemeenten in Oost-Friesland. Hij was geknipt voor de rol van kerkleider nu het protestantisme een eigen kerkelijke vorm moest vinden. Hij stelde kerkenraden in, regelde de tucht en een ‘coetus’ als regionaal overlegorgaan voor de predikanten. Zij moesten wekelijks bij elkaar komen voor de bespreking van hun leer én hun leven. Hij hield openbare debatten met leiders van de verschillende doopsgezinden. De staatsgevaarlijke radicalen onder hen konden vertrekken. Menno Simons wilde ook niet blijven.
Na ontslag onder keizerlijke druk volgden in Londen drie vruchtbare jaren van organisatie van de tweetalige gemeente van vluchtelingen. Ook daar was wekelijks beraad over de leer van de gemeente, ‘profetie’ geheten. Met de troonsbestijging van Maria Tudor volgde nieuwe verbanning. Weer in Emden organiseerde hij er nu een diaconie voor de duizenden asielzoekers. ‘Godts Kerck vervolgt, verdreven, heft Godt hyr Trost gegeven’ staat er nog in steen gegrift. Daarna is hij nog actief geweest in Wezel en in Frankfurt, voor hij terugging naar Polen om (tevergeefs) de koning proberen te winnen voor kerkhervorming.
A Lasco schreef kerkordes, belijdenissen en een catechismus. De scherpe kantjes van de onderlinge tegenstellingen tussen de protestanten probeerde hij bij te vijlen. Hij dacht bescheiden over zichzelf: het penninkje van de weduwe tussen de schitterende gaven van anderen.