De Heilige Geest is met Johan Cruijff te vergelijken. Hij pingelt overal tussendoor en komt waar hij wezen wil.
* 10 december 1908, Apeldoorn – † 15 december 1970, Utrecht
Nog lang na zijn dood gingen er zulke spreuken van Van Ruler rond op de theologische faculteit in Utrecht. De vroegere Hilversumse dominee was vanaf 1947 kerkelijk hoogleraar geweest bij de grootste ‘domineesfabriek’ van het land. Een kwart eeuw lang was hij een van de spraakmakendste theologen van het land. Hij stond aan de wieg van de kerkorde van 1951 van de Nederlandse Hervormde Kerk. Daarin stond de ‘apostolaatsgedachte’ centraal, de roeping van de kerk om te werken aan een herkerstening van Nederland. Daarom ook sprak hij 25 jaar lang ‘s morgens om zeven uur voor de AVRO morgenwijdingen uit. Zo konden zieltjes zielen worden.
Een reformatorisch existentialist. Jonglerend aan de rekstok van de traditie gaf hij zijn draai aan het calvinisme. Met de theologie van grootheden als Barth, Bonhoeffer en zijn Leidse collega Miskotte kon hij niet goed uit de voeten. Hij wilde orthodox spreken over zonde en verzoening en vrolijk over de goedheid van de schepping. ‘Het kruis en de bloeiende Betuwe zijn niet tot elkaar te herleiden.’ In de natuur huist geen zonde, in mensen wel. Alleen zij moeten veranderd worden door het kruis en de Heilige Geest. Maar als het bestaan doorleefd wordt tot op Gods bedoeling kan er ook genoten worden van een pijp na de preek en het voetbal op zondagmiddag. En een christen heeft een theocratisch visioen over de doorwerking van het heil in heel het leven. De Geest werkt ook in de staat. En in de cultuur, vooral de Europese.
Zulke beseffen miste hij bij de ‘bevindelijken’. De rechterflank van ons protestantisme had de vrijzinnigen maar weinig te verwijten wat betreft ontrouw aan de Bijbel en aan de geest van de reformatie. In zijn laatste grote opstel las hij hen uitvoerig de les.
Tegelijk was hij betrokken bij de voorbereiding van Het getuigenis, een hervormd protest tegen teveel maatschappijkritiek in de kerk (1973). Verrassend, want Van Ruler was zelf ooit politiek actief geweest. Hij had ook gepleit voor rusteloos bezig zijn met bezinning om in veranderende tijden de Geest bij te kunnen blijven. Maar nu de tijd van de Wederopbouw echt ten einde liep, had hij er moeite mee dat kerk bij de grote sociale veranderingen ook theologisch uit andere pijpjes ging roken.
1919