lezing prof. dr. Maarten den Dulk, Beleefbibliotheek Drachten 5 februari 2008
I
Wat in dit boek van Harmen Jansen gebeurt is tegelijk indrukwekkend en geestig. Om bij dat laatste te beginnen. Als je halverwege dit boek bent en je denkt dat je al aardig ingewijd bent in bijbels spiritualiteit, stoot je ineens op de uitspraak: ‘Spritualiteit is een vorm van zindelijkheidstraining’ (123). Het zorgt ervoor dat je lekker ruikt. Giechelend tuimel je uit de hogere, geestelijke wereld en je valt op aarde en je weet dat je daar thuis hoort – althans volgens de bijbelse spiritualiteit. Harm Jansen krijgt het voor elkaar om je steeds weer met een enkel treffend woord, met een enkel eigentijds beeld opgewekt op aarde terug te brengen, terwijl hij toch een wijde vlucht maakt voor zijn lezers.
Die wijde vlucht maakt het boek indrukwekkend.
Als je dit boek leest voel je de thermiek van een halve eeuw theologiegeschiedenis. Daarvan maakt Harmen Jansen gebruik om met wijd gespreide vleugels zijn vlucht te maken. Daar wil ik iets over zeggen:
Een halve eeuw geleden begonnen mensen als Barnard en Van der Werf in Nederland in de protestantse kerkdienst met de doorgaande lezing van de vijf boeken van Mozes. Eindelijk vonden we aansluiting bij de gewoonte van de synagoge om de Tora als tenor van de liturgie te laten klinken. Die liturgische vondst werd gedragen door de theologie van het Oude Testament van Miskotte en door de leerhuizen van Kroon en van Meuzelaar. Zij wekten de smaak voor de aardse, maatschappelijke zin van Wet en Profeten en dat sloeg weer over op de apostolaire en politieke bewuste beweging in de kerk van de jaren zestig. Zo werden velen zich bewust van de fundamentele betekenis van de boeken van Mozes, de Hebreeuwse bijbel , voor de kerk. Ze waren niet meer alleen een opstapje voor het NT, maar ze waren het fundament zelf. Die eerste liefde bekoelde wat in de jaren tachtig. De maatschappelijke betrokkenheid keerde naar binnen en er kwam meer aandacht voor spiritualiteit. Juist in die tijd moest ik opnieuw mijn weg zien te vinden in geloof, kerk en theologie. Ik wilde de vondst van mijn leermeesters niet prijsgeven en ik ontwikkelde aan de hand van de vijf boeken van Mozes een kompas waardoor ik de weg kon vinden in de vier windstreken van de wereld, waarbij alles draaide om het midden, de ontmoeting met God. Meer kon ik er niet van maken. De levenskrachten stonden me niet meer toe. Een kompasje. Maar zie, In die tijd kruisten onze wegen elkaar en Harmen Jansen nam de zoektocht op zijn manier over en hij zag kans om in de loop van de jaren – hij moest intussen ook nog promoveren! – de oriëntatie op de vijf boeken van Mozes voort te zetten. En toen gebeurde het: Harmen pakte het project op en maakte een verbinding tussen de liturgische en maatschappelijke leeswijze van de jaren zestig en zeventig en de spirituele leeswijze van de jaren tachtig en negentig. De integratie van die twee waarvan ik alleen maar kon dromen maakt hij waar. De thermiek van die verschillende decennia theologie geven vleugels aan de vijf boeken van Mozes. En speels en vrij en tegelijk levenswijs en diepzinnig maakt Harmen zijn eigen vlucht. Zo beleef ik de vlucht van dit boek aks indrukwekkend.
II
Harmen zelf gebruikt liever een ander beeld om aan te geven wat hij beleeft aan het thema van de vijf boeken van Mozes. Hij wijst niet in de lucht, maar hij wijst op de aarde en zegt: ik beschouw die vijf boeken als een huis om in te wonen. Nauwkeuriger gezegd: als vijf huizen. Vijf gewone huizen. Dus hij denkt niet aan het Pentagon, hij droomt niet van een Vijfsterrenhotel, maar ziet gewoon vijf huizen voor zich. Vijfhuizen, zoals het plaatsje heet dat dicht bij zijn voormalige gemeente Hoofddorp ligt.
De levenswet van Mozes is voor hem een dorpje van vijf huizen, waar in je kunt wonen, waarin je in vrede kan leven en sterven, maar waar je eindeloos in kan dwalen en waar je alles tegen komt wat er in het leven van mensen voorvalt, tussen geboorte en dood. En alles wat je tegenkomt in het leven kan je een plaats geven in dit dorpje.
Dat brengt me op de methode van werken die Harmen in dit boek demonstreert. Die methode bestaat uit drie manieren van doen (kort gezegd): differentiëren, structureren en associëren. Daardoor krijgt alles een plaats en daardoor verdwaal je niet. Ik ga daar even op door.
Alles wat hij tegenkomt in het leven weet hij te differentiëren, te onderscheiden door het te verdelen over die vijf verschillende levensgebieden. Dat voorkomt dat alles wat je beleeft één grote kluwen wordt. Hij doet dat op een even speelse als lijfelijke wijze. Voor elk gebied – zegt hij – heb je een eigen zintuig nodig, het één kan je alleen horen, het ander moet je juist zien, in veelkleurigheid. En andere dingen moet je tasten of ruiken of proeven. Zo leert hij onderscheid maken tussen ervaringen en belevenissen en handelingen. Voor alles is een plaats.
Alles wat hij tegenkomt in de bijbel weet hij te structureren, te ordenen. Dat voorkomt dat je in de veelheid van bijbelse verhalen verdrinkt. Hij laat je aan de hand van die boeken van Mozes langs de boeken van de evangelisten gaan. Zo verbindt hij Oude en Nieuwe Testament op een originele manier. En op het punt waar beiden elkaar vinden laat hij de psalmen klinken, in vijfvoud. Daarmee geeft hij een waardevolle leeswijzer.
En wanneer je aldus hebt leren onderscheiden en ordenen, differentiëren en structureren, dan heb je een instrument in handen gekregen om bijbelse woorden en verhalen te associëren met levenservaringen en vice versa. Die associaties zijn maar niet toevallig en wild, ze hebben een zekere plaats en een zekere functie. Je leert op een creatieve en zinvolle manier verbindingen te zoeken tussen bijbel en leven. Hij zelf doet dat voor met een rijke voorraad aan voorbeelden en daar kan je niet genoeg van krijgen.
Harmen maakt van elk van die vijf huizen van Mozes een kunstwerk en samen vormen die huizen een dorp waarin je graag wilt wonen. Hij zet Vijfhuizen op de kaart. Wat hij doet kan hij alleen omdat hij als voorganger thuis is in de gemeente, als theoloog thuis is in de Schrift en tegelijk thuis is in de eigentijdse spiritualiteit.
III
Waarom is Mozes nu zo’n goede gids? Wat drijft Harmen om in het spoor van de synagoge die samenhang van de vijf boeken serieus te nemen?
We staan hier voor een keuze die voor onze cultuur van groot belang is. Het gaat om de vraag hoe wij als wereldburgers ons bewust worden van de problemen en de perspectieven van onze samenleving. Daarvoor zijn in de loop van onze geschiedenis verschillende instrumenten aangereikt: de grote Griekse filosofen als Aristoteles en Plato voorop, de grote ideologieën van de verlichting, de bevrijding, de revolutie daaroverheen en dan nu de eigentijdse analyses over de betekenis van de economie, de cultuur, de religie, de democratie en samenbindende en elkaar bestrijdende krachten in de samenleving. In dat maatschappelijk debat staat de levenswet Mozes als een vorm van …zindelijkheidstraining. Harmen heeft helemaal gelijk! Hier wordt ons denken zindelijk gehouden. Hoe gaat dat? Dat gaat doordat die opeenvolging van Mozes’ vijf boeken, die vijf verschillende levensthema’s, ons houden bij de hartslag van het menselijk leven. Het gaat niet over de menselijke maat heen, we worden niet over de horden gejaagd, maar we blijven bij het menselijk lijf, de bloedsomloop en stofwisseling en de hartslag, we kijken met eigen ogen en leren onze eigen oren te vertrouwen, we binden de woorden op onze handen om ze te doen en we letten op wat we te proeven krijgen. Die woorden zijn niet te hoog en te diep voor een mens. Mozes filosofeert niet met de hamer, zoals Nietsche, hij filosofeert met de menselijke adem. We leren onze gedachten te regelen naar onze eigen, broze ademtocht. Hoe?
Vanaf het begin van Mozes Tora leer je de weg van de mens te volgen:
In Genesis word je geboren en groei je op met ouderen en jongeren en met je leeftijdsgenoten
In Exodus vind je werk en worstel je in de dodelijke struggle for life
In Leviticus krijgt je even tijd om het leven te vieren en rust te nemen
Maar In Numeri ben je oud genoeg om verantwoording te nemen voor het opbouwen van de samenleving
en in Deuteronomium verzamel je de praktische levenswijsheid om die door te kunnen geven aan de volgende generatie.
Zo worden van boek tot boek je levenservaringen geordend en onderscheiden en weer met elkaar verbonden. Zo leer je de samenleving kennen vanuit de adem van de mens. En die adem komt van God en gaat naar God.
Ik ben ervan overtuigd dat het lezen en herlezen van deze boeken over de levensweg het maatschappelijk denken en handelen zindelijk maakt en dat is precies wat we nodig hebben.