*Plm. 400 Engeland – † 17 maart 461, Saul bij Downpatrick, Ierland
Ik kan niet zwijgen over zulke grote zegeningen en zo’n groot geschenk als de Heer mij gegund heeft in het land van mijn gevangenschap
Duizenden heeft hij gedoopt, veel kerken gesticht. Sinds de zevende eeuw is hij al vereerd als beschermheilige van Ierland. Zijn vaste symbool is een klavertje drie. Het zou volgens de legende door hem gebruikt zijn om de leer van Gods drie-eenheid uit te leggen. Dankzij de verspreiding van Ieren over gehele wereld werd St. Patrick in veel landen een feestdag, met veel groen. Heel geliefd is ook de ‘Ierse reiszegen’ die aan hem wordt toegeschreven:
‘De Heer is voor u om u de juiste weg te wijzen. Achter u, om u te bewaren. Naast u, om u in de armen te sluiten. Onder u om u op te vangen wanneer u dreigt te vallen. In u om u te troosten als u verdriet heeft. Boven u om u te zegenen. Zo zegene u Vader, Zoon en Heilige Geest’.
Maar of de woorden ook echt van hem zijn is maar de vraag.
Patricius Magonus Sucatus werd eeuw geboren aan de westkust van Engeland. Hij was een Romein, zoon van Calpurnius en Conchessa. Vader was een diaken, diens vader een priester. Toen hij 16 jaar oud was, werd Patrick werd gevangen genomen door binnenvallende zeerovers en als slaaf verkocht aan een Iers stamhoofd en druïde met de naam Miliuc. Deze liet Patrick werken als veehoeder. Zo vertelt Patrick zelf in zijn Confessio, een terugblik op zijn leven.
In de Ierse open lucht met de schapen onderweg wordt bidden een gewoonte voor hem, ongeacht sneeuw of ijs. ‘Meer en meer kwam de liefde van God en de eerbied voor God in mij, en het geloof groeide en mijn geest werd geoefend, totdat ik wel honderd keer per dag bad en in de nacht bijna evenveel’. ‘De Geest brandde in mij in die tijd’.
Na zes jaar hoort hij in een droom een stem: ‘Je gaat naar huis. Zie, je schip ligt gereed’. De volgende morgen neemt hij de benen en loopt naar de kust. Gevaarlijk. Een weggelopen slaaf is zijn leven niet zeker. Patrick vindt een schip, beleeft onderweg avonturen en komt thuis. Maar daar hoort hij in een droom weer een stem van de overkant om terug te komen. Hij volgt in Frankrijk een scholing tot geestelijke. Dan gaat hij terug naar Ierland om het evangelie te verkondigen. Hij kent er de taal en de gewoontes. Hoewel er al een tijd christendom in Ierland is blijft het een riskante onderneming. Er is oppositie van druïden. Patrick schrijft dat hij streefde naar een leven ‘in goed vertrouwen jegens de heidenen’, want het mocht niet gebeuren dat om hém Gods Naam gelasterd zou worden. Ze zouden ook niet vervolgd mogen worden. Eens moet hij zich verdedigen tegen een beschuldiging van zelfverrijking, terwijl hij juist grote geschenken weigerde en gewoon was te betalen voor begeleiders en beveiligers op zijn tochten.
Door het verhaal van Patrick heen schemert nog de invloed van de cultus van de zon, populair onder Romeinen en Kelten. Maar in de slotzinnen van zijn geestelijk testament herinnert hij er nadrukkelijk aan dat die zon niet altijd blijft schijnen. Patrick vertrouwt op de blijvende kracht van een andere zon: Jezus Christus.
(2017)