De protestantse kerkvader La Saussaye hoort een plek te hebben in de lijst van belangrijkste Leeuwarders, betoogt Harmen Jansen bij La Saussayes tweehonderdste geboortedag.
In de lijst van honderd belangrijke Leeuwarders, in 2004 opgesteld door het Historisch Centrum Leeuwarden, komt Daniël Chantepie de la Saussaye (1818 – 1874) niet voor. Ook bij de voorgenomen uitbreiding richting de 140 ontbreekt zijn naam nog, in tegenstelling tot iemand als Anna Maria van Schurman die alleen maar in Huizum gelogeerd heeft. Terwijl de protestantse kerkvader zeker thuishoort in dit pantheon.
Leeuwarden was in de jaren 1842 – 1848 de broedplaats van een van de belangrijkste stromingen in het Nederlandse protestantisme van de afgelopen anderhalve eeuw. In deze jaren was Chantepie de la Saussaye predikant van de Waalse gemeente in Leeuwarden. Hij zou uitgroeien tot voortrekker van de zogenaamde ethische richting.
Meer dan honderd jaar was ‘ethisch’ de verzamelnaam van toonaangevende theologen in de Nederlands Hervormde Kerk. Rond de eeuwwisseling naar de twintigste eeuw hadden zij strategisch op drie universiteiten een hoogleraarspost. Ze stonden een gematigd orthodox christendom voor met een positieve openheid naar ontwikkelingen in wetenschap en filosofie, literatuur en kunst. Hun gedachtegoed had aantrekkingskracht op andere intellectuelen en stempelde menige gemeente.
Belijdende kerk
Het is vooral aan deze ethischen te danken dat de Protestantse Kerk van nu een ‘belijdende kerk’ en geen ‘belijdeniskerk’ is. Deze identiteitsbepaling was in 1951 door de hervormden omarmd als basisgedachte van hun nieuwe kerkorde. Het werd ook de grondslag voor de kerkenfusie van 2004. Het betekent dat oude uitingen van het geloof zoals vastgelegd in belijdenisgeschriften wel voorbeeldig zijn, maar niet allesbepalend, want de kerk komt wel van gisteren, maar moet vooral kijken naar morgen.
Die grote kerkfusie herenigde de gereformeerden van Abraham Kuyper met de hervormden. In de negentiende eeuw waren zij niet meegegaan met zijn grote project van gereformeerde zuilvorming met een eigen kerk en universiteit, partij en krant onder zijn strakke leiding.
Opmerkelijk feit is, dat in de laatste decennia voor deze fusie van de Samen-Op-Weg-kerken een reeks gereformeerde theologen zich diepgaand hadden beziggehouden juist met de theologie van de hervormde ethischen. Zij speelden een grote rol in het verzamelen, bestuderen en heruitgeven van het werk van de latere navolgers van La Saussaye. Het neocalvinisme van Abraham Kuyper (1837 – 1920) en zijn volgelingen was uitgewerkt, de principieel niet-fundamentalistische omgang met Schrift en traditie van de ethischen werd het leidende gezichtspunt.
La Saussaye had de koers uitgezet voor een omgang met de erfenis van de protestantse geloofstraditie die verbinding zocht met de culturele en wetenschappelijke ontwikkelingen van de eigen tijd. Terwijl opkomend vrijzinnig modernisme en rechtzinnige orthodoxie halverwege de negentiende eeuw van elkaar wegdreven, zocht La Saussaye de dialoog in plaats van uitsluiting. Theologisch vond hij over de zestiende-eeuwse Reformatie van Luther en Calvijn heen aansluiting bij klassieke noties uit de meer universele christelijke traditie. Zijn antwoorden op de uitdagingen van moderne wetenschap en post-revolutionaire burgermaatschappij waren in elk geval diepzinnig, vond ook menigeen die anders bleef denken. Hij was een bekwaam beoefenaar van theologie die uitging van de eenheid van de Bijbel, dus van een diepe samenhang van het Nieuwe Testament met het Hebreeuwse Oude.
Hij pionierde ook in nieuw denken over de relatie tussen christendom en jodendom, onder invloed van de joodse bekeerlingen Isaäc da Costa en Abraham Capadose. Hij dacht na over het belang van het prille politieke zionisme, zonder te vervallen in het eindtijddenken van fundamentalistische tijdgenoten die er wel erg nadrukkelijk de stappen van de wederkomende Heer in ontwaarden. Al in Leeuwarden had hij zijn collega’s voorgehouden dat Christus begrepen moest worden vanuit het Joodse volk.
Groninger richting
Tijdens zijn studie in Leiden was de jonge Daniël onder invloed geraakt van de theologievernieuwing van de Groninger richting. Tegelijk kwam hij in aanraking met aanhangers van de Réveilbeweging. In Leeuwarden trof hij jonge Friese predikanten uit deze Groninger school die net een intervisiegroep hadden gevormd, het nog altijd bestaande Friesch Godgeleerd Gezelschap.
Zo’n vijfentwintig keer heeft hij aan hun vergaderingen deelgenomen. Hij zag hun ijver om de Friezen in gematigd-orthodoxe geest op te voeden tot beschaafd christelijk burgerschap. Maar hun theologie voldeed hem niet. Nederland had betere theologie nodig. Men liep achter op de ontwikkelingen elders, met name in Duitsland. Een bijdrage op 6 maart 1846, in samenvatting in het notulenboek bewaard gebleven, is een eerste uiting van zijn andere denkrichting.
De geringe omvang van zijn gemeente gaf de jonge dominee veel tijd voor studie. Hij zette ook zijn collega’s tot meer lectuur van ‘Hoogduitsche’ tijdschriften aan. Het is de tijd van Koning Willem II, van de felle aanval op de Groninger richting van de orthodoxe Réveilman Guillaume Groen van Prinsterer (1801 – 1876), van ‘zwarte jaren’ met aardappelziekte en aardappeloproer waarin ook de Waalse gemeente de beurs trekt om de honger in de stad te verminderen.
In de week dat de kanonschoten nationaal bulderden ter gelegenheid van de invoering van de grondwet van 1848, verhuisde het kleine gezin dat zich in Leeuwarden had gevormd met de trekschuit naar Leiden. Met de aanscherping van de scheiding van kerk en staat én de snelle uitbreiding van de spoorwegen kon nu de verzuiling van de Nederlandse samenleving op stoom komen.
De kwarteeuw die volgde tot aan het moment dat Kuyper de Tweede Kamer betrad en daarmee de Anti-Revolutionaire Partij als eerste protestantse politieke partij, zou La Saussaye vullen met een reeks kritische publicaties. Samen met mannen als de dichter-dominee-professor Nicolaas Beets (1814 – 1903) en de eerste ‘christendemocratische premier’ Justinus van der Brugghen (1804 – 1863) zou een orthodox-protestants antwoord op de uitdagingen van de moderne tijd naar boven komen dat zich duidelijk onderscheidde van afgescheidenen, confessionelen en gereformeerden.
Nu de staatsrechtelijke bevoorrechting van de protestanten met de grondwet van 1848 voorgoed was weggevallen, het geloof wetenschappelijk onder druk kwam en de eerste tekenen van kerkverlating zich aandienden, werd de persoonlijke overtuiging steeds belangrijker. ‘Ethisch’ sloeg bij de ethischen dan ook niet op de ethiek als leer van normen en waarden, maar op iemands ethos in de betekenis van innerlijk leven. Theologie moest authentieke spiritualiteit bevorderen. En La Saussaye werd de ideoloog van deze linkervleugel onder de antirevolutionairen, lastige luis in de pels van opperhoofd Groen van Prinsterer, en later samen met zijn geestverwant J.H. Gunning jr fel bestreden door Kuyper.
Gedateerd
Veel in La Saussayes werk is gedateerd. Zijn Leerredenen waren al te lange en deftige tractaten. Hij had nogal elitair-burgerlijke voorkeuren met weinig sympathie voor emancipatoire bewegingen van vrouwen en arbeiders, en als zoon van een Haagse ambtenaar op ‘Koloniën’ een onkritische kijk op het kolonialisme en imperialisme van zijn tijd. Ten aanzien van de resultaten van het wetenschappelijke Bijbelonderzoek was zijn opstelling behoedzaam.
De kritische theologie van de Zwitserse theoloog Karl Barth (1886 – 1968) in reactie op de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog hielp de ethischen later om zulke al te burgerlijk-conservatieve veren af te schudden. Het kan wat dat betreft niet mooier: de tweehonderdste geboortedag van La Saussaye viel afgelopen maandag samen met de vijftigste sterfdag van Barth, de belangrijkste protestantse theoloog van de twintigste eeuw die vanwege zijn international faam nu ook nog kan rekenen op een nieuw Barth-jaar van conferenties en publicaties.
Juist de ethischen werden aanhangers en pleitbezorgers van Barths theologievernieuwing. La Sausaye had belangrijke loopplanken gelegd voor deze oversteek.
Autoritaire trekken
Op onderdelen is er door Nederlandse protestanten ook altijd enige reserve bewaard ten opzichte van die radicale Barth. En Barth zelf betwijfelde regelmatig of hij misschien in 1919 niet te radicaal afscheid had genomen van de negentiende-eeuwse manier van theologiseren. Misschien had hij de openbaring te autoritaire trekken meegegeven. En precies een meer zachte benadering van het christelijk geloof als kennis ‘van beneden over boven’ was zo’n belangrijk punt van La Saussaye. Hij had het al in Leeuwarden geformuleerd: christendom is de ‘vorm’ die het menselijk leven aanneemt als het bepaald wordt door het denkbeeld ‘openbaring Gods in Christus’. Dankzij zijn beklijvende ideeën daaromtrent hoort La Saussaye zondermeer in de lijst van belangrijke Leeuwarders.
FrieschDagblad, Opinie, zaterdag 15 dec. 2018