*4 september 1921, Santa Fe (Arg) – † 18 maart 2010, Buenos Aires
Zonder vrede en gerechtigheid is het onmogelijk om te schilderen, te componeren, te schrijven en al de gaven te genieten die God ons in het leven gegeven heeft om te delen met onze kinderen en onze vrienden
Uit Argentinië komen de tango, een bijzondere paus en een gewaardeerde koningin, maar ook een van de fraaiste stukken sacrale muziek van na de Tweede Wereldoorlog. De Misa Criolla uit 1964 behoort tot het ijzeren repertoire van gevorderde koren. Vooral hieraan ontleende Ramírez zijn internationale bekendheid.
De culturen van Zuid-Amerika zijn zelf al een mix van Indiaans, Afrikaans en Spaans. De Misa Criolla ontleent zijn warme charme aan de listige vermenging van ritmes en instrumenten van Latijns-Amerika met westerse muziekvormen én de klassieke mis in het Castiliaans. Wie krijgt er geen zin om mee te gaan klappen of klikken met het Glori a Dios?
Ramírez had klassieke muziek en compositie gestudeerd. Ook verzamelde en onderzocht hij volksmuziek in grote delen van Zuid-Amerika. Het maakte hem tot een van de grootste kenners van de volksmuziek. Die kennis verwerkte hij in zijn meer dan driehonderd composities. En toen het Tweede Vaticaans Concilie besloot dat de Rooms-katholieke kerk voortaan de mis in de volkstaal zou gaan vieren, ontstond er grote behoefte aan nieuwe muziek. Tijden een bezoek aan Duitsland vroeg een groep nonnen aan Ramírez of hij ook een geestelijk werk kon leveren. Zo ontstond deze Misa, al snel succesvol door een Philips-opname en later door uitvoeringen in Europa, waaronder in Nederland en in de St. Pieter in het Vaticaan. Vijftig jaar later leidde een zoon een nieuwe uitvoering voor de huidige paus. Wereldvermaarde solisten hebben hun naam verbonden aan verklankingen.
Ramírez sloeg zelf de Misa por la paz y la justicia (Mis voor vrede en recht) uit 1981 nog hoger aan, met nog meer Argentijnse ritmes en instrumenten én nu ook electronisch geluid. Het was de tijd dat een groot deel van Zuid-Amerika onder controle stond van nare militaire regimes. Ramírez had de muziek vermengd met stukken preek van paus Johannes Paulus II. Toch verbood de militaire gúnta de eerste uitvoering in Mendoza. Er zat te nadrukkelijke kritiek in.
Bij kunst die eigentijdse cultuur verbindt met de liturgie en de boodschap van de Kerk is het altijd spannend of een van beide niet tekort gedaan wordt. Wordt ‘The Passion’ niet teveel een seculier popconcert? Of levert de schilder, dichter of componist niet teveel van zijn of haar artistieke geweten in om acceptabel te zijn? Maar menig topwerk heeft een relatie met de liturgie en de Bijbel. Schoonheid en Waarheid kunnen nooit lang elkaars concurrent zijn.
(2018)