Rembrandt gaat zoo diep in ’t mysterieuse dat hij dingen zegt waarvoor in geen taal woorden bestaan (Vincent van Gogh)
‘Saul en David’ in het Mauritshuis zijn toch echt van Rembrandt, Saul met prachtige tulband en David die rechtsvoor psalmen op de harp speelt. En wat wás ‘De late Rembrandt’ eerder dit jaar in Amsterdam een prachtige tentoonstelling.
Is Rembrandt een geloofsgetuige? Hij is toch allereerst gewoon een gedreven schilder. Een groot kunstenaar. Een grensverleggend genie. Wie kent zijn levensverhaal niet? Zijn huwelijk met Saskia uit Stiens. Hoe hij grote opdrachten krijgt en tot welstand komt. Het grote verdriet om het overlijden van Saskia. Het samenwonen met Hendrikje Stoffels zonder officieel huwelijk en dus een conflict met de kerkenraad. Het faillissement en uit de gratie raken bij grote opdrachtgevers. Het vertrek uit de Jodenbreestraat. Zijn simpele graf in de Westerkerk.
Vele tientallen schilderijen, etsen en tekeningen van bijbelse figuren maken je ook geen heilige. In de Gouden Eeuw van trots Hollands protestantisme is christelijk geloof vanzelfsprekend en bijbelse prenten verkopen. Honderd gulden voor de prent over Christus die de zieken geneest als je goed je best doet. Calvinisten hoeven geen kunst in de kerk, maar des te meer in hun grachtenpanden.
Schrijvers verzinnen dagboeken van Rembrandt en leggen hem woorden in de mond. Maar zijn boodschap is zijn kunst. Rembrandt breekt met stilistische conventies over bijbelse figuren en christelijke heilsgeheimen. Christus krijgt zelden nog een aureool. Het kind Jezus moet ook aan de borst. Rabbi Jezus zou zo iemand uit de Jordaan kunnen zijn. Als door slijtage van de etsplaten de ets moet worden bijgewerkt, komt Christus in elke volgende ‘staat’ van de ets van Jezus voor Pilatus nóg meer centraal te staan of wordt de duisternis van Golgotha nóg zwarter. In een schilderij van de kruisafname is ook zijn eigen kop herkenbaar. En Rembrandt kiest de momenten die hij lezend in zijn Bijbel eruit licht heel precies. Voordat hij de kijker laat mediteren mediteert hij al schilderend zelf. Zo is met röntgenonderzoek duidelijk geworden dat hij heel erg geschoven heeft met Jozef in het schilderij van de zegening van Jozefs zonen door vader Jacob op zijn sterfbed. Jozef staat nu naast zijn vader en niet zoals eerst tegenover hem. In plaats van het moment van de tegenspraak van Jozef tegen zijn vader vast te leggen, schildert Rembrandt uiteindelijk een zoon die aanvaardt dat het gaat zoals vader het wil. Het is het jaar van Rembrandts faillissement.
Een jaar voor zijn dood schilderde hij ‘De thuiskomst van de verloren zoon’, waarvoor Henri Nouwen ooit dagenlang heeft zitten mediteren in de Hermitage. In deze laatste periode van zijn leven treedt er verstilling op. Nog meer voelbaar in het laatste schilderij, het lijkt onaf. Het licht maakt witte vlekken op het op het hoofd van de oude Simeon in de tempel en het kind Jezus dat hij vasthoudt. Ontroerend als je er vlak voor staat. ‘Nu laat Gij, Here, uw dienstknecht gaan in vrede, naar uw woord, want mijn ogen hebben uw heil gezien’. Hoor ik het de bejaarde meester zichzelf aan Rozengracht hardop voorlezen?
Protestanten zouden na de Reformatie niet veel meer hebben bijgedragen aan een kunstzinnige verbeelding van de boodschap van de Bijbel, schrijft een gezaghebbend boek over Christus in 2000 eeuwen westerse cultuur. Ik vrees dat de Belgische auteur iemand vergeten is.