Om echt gebed en actie te krijgen om dingen te veranderen, moeten we de overtuiging hebben dat gebed en actie nodig zijn. Om de overtuiging te krijgen dat gebed en actie nodig zijn, hebben we kennis nodig.
Studentenleven lijkt vaak synoniem met veel feest, drank en amusement naast het studiepunten scoren. In de eerste helft van de vorige eeuw lieten bewegingen van zich spreken waarin dat anders was. De YMCA bestaat nog steeds. In Nederland timmerde tussen beide Wereldoorlogen de NCSV aan de weg. En John Raleigh Mott was de internationale leider. Door hem raakten studentenbeweging, zending, evangelisatie en oecumene internationaal met elkaar verstrengeld in een gezamenlijke stroomversnelling. In 1946 kreeg hij (gedeeld) de Nobelprijs voor de Vrede.
Hij was een Amerikaans methodist. Tijdens zijn studie geschiedenis, letteren en filosofie stortte hij zich vol overgave in debatten. Het leverde hem al snel een prijs op. In 1886 werd hij getroffen door een zin in een toespraak: ‘Zoek je grote dingen voor jezelf? Doe het niet. Zoek eerst het koninkrijk van God’. Door zijn inzet begon de studentenbeweging YMCA opvallend te groeien.
Vanaf de oprichting in 1895 tot 1920 was Mott, zelf medeoprichter, de generale secretaris en van 1920 tot 1928 hoofd van de World Student Christian Federation (WSCF). Christenen van verschillende richting werkten hierin samen ‘om leden van de academische gemeenschap te roepen tot geloof in God, tot discipelschap binnen het leven en de zending van de Kerk, en om hen te helpen om te streven naar vrede en gerechtigheid in en onder de volken’. Motts slogan ‘evangelisatie van de wereld binnen deze generatie’ werd befaamd.
In 1910 was Mott voorzitter van een enorme protestantse Wereldzendingsconferentie in Edinburgh. Evangelisatie zou meer moeten uitgaan van christenen binnen de eigen cultuur, kerken moesten ‘indigeniseren’, aldus de uitkomst waarvoor Mott zich daarna ook hard maakte. Kort erna kreeg hij met een collega van een bewonderaar een aanbod voor een gratis tocht met de Titanic. Ze weigerden en namen een meer bescheiden boot. Toen het bericht van de scheepsramp kwam zeiden de twee mannen tegen elkaar: ‘De goede God heeft kennelijk nog meer werk voor ons’. Het leven vol met reizen, boeken schrijven en toespraken zou nog lang doorgaan.
Na de formatie van de Wereldraad van Kerken in 1948 werd hij verkozen tot erepresident.
Motts Student Christian Movements bestaan nog steeds, wereldwijd, onder de vleugels van de Wereldraad van kerken. Maar in de loop van de twintigste eeuw kwamen er daarnaast wel nieuwe bewegingen met een meer behoudend karakter. De SCM verbonden zich met zaken als feminisme, bevrijdingstheologie, pacifisme, milieubeweging. Want het goede nieuws ging immers over de belofte van volwaardig leven voor ieder mens.