‘Met hun handen zullen ze slangen oppakken en ze zullen zieken weer gezond maken door hun de handen op te leggen’, Marcus 16: 18
Worden tegenwoordig nog wel eens doden tot leven gewekt? In de afgelopen eeuw in Afrika wel. Het overkwam Paul Ndalama Ngahapa. Zo wordt er tenminste over hem verteld. En daarna was deze heidense medicijnman die nogal wat onfrisse zaken op zijn naam had staan bekeerd. Hij nam afscheid van twee van zijn drie vrouwen, liet zich door een voorganger van de Moravische kerk dopen en werd een ijverig zendeling. Hij kon niet lezen maar hield zijn toespraken aan de hand van Bijbelteksten die hij zich door een ander liet voorlezen. Vooral in de evangeliën wist hij feilloos de weg. Hij trok tot op hoge leeftijd rond in het zuiden en zuidwesten van Tanzania, in Zambia en Malawi, nog in de jaren ’60 te voet.
En waar hij kwam verrichtte hij wonderen. Er wordt verteld dat hij de hand in de komst van regen of van vis in visarm geworden meren. Een dorpshoofd weigerde mensen samen te roepen voor zijn verkondiging. De zendeling voorspelde hem dat er de volgende dag toch een massa mensen op de been zou komen. Dat gebeurde, want de zoon van het dorpshoofd verdronk die nacht onverwacht. De hele regio werd opgetrommeld voor zijn begrafenis. Zo was er dus toch een groot publiek om het Woord van God te verkondigen. Met succes.
Ngahapa was van geboorte van de Ngoni. Familieleden waren betrokken bij verhandeling van slaven aan de Arabieren. Bijna was hij zelf met zijn moeder door zijn vader verkocht, maar een oom greep in. Op 12-jarige leeftijd werd hij door een krokodil gebeten en naar het nest jongen gesleurd. Door zich dood te houden en even later hard weg te rennen had hij het overleefd. En dankzij Afrikaanse kruiden.
Hij werkte als tuinman en als inner van belastingen voor Duitsers die er actief waren in zendingswerk en bestuur (tot 1918 was Tanganyika hun kolonie). Hij was erg bijgelovig, slim, wreed en gevreesd. Van de kruiden die hij in dranken voor zijn bezoekers deed werden deze soms ziek of ze overleden zelfs.
Tot die nacht toen hij van ’s avonds zes uur tot de volgende morgen tien uur dood was. Dacht men. Toen men hem wilde begraven begon hij weer te ademen. Die nacht had hij een visioen gehad. Hij had de hemel en de hel gezien. Gelukkige mensen in het wit die voortdurend zongen. En mensen die schreeuwden van pijn in een hels vuur. Hij was bang geweest, maar kreeg van God een herkansing. Een BDE dus?
De wegen waarlangs het christendom zich in Afrika beneden de evenaar verspreid heeft en nog altijd groeit zijn wonderbaarlijk. Het levert kleurrijke verhalen op, te vinden op www.dacb.org.
een kerk in Utengele, rond deze tijd en in deze plaats werd NN gedoopt. Een foto van een kerkdienst in Utengele rond 1910 op: http://www.gettyimages.in/detail/news-photo/german-east-africa-natives-during-a-church-service-with-a-news-photo/501387971