Zorgvuldige taal is nodig om de verwoeste en gedegenereerde wereld te redden
In het nieuwe Liedboek is het aandeel liederen van overzeese oorsprong aanmerkelijk toegenomen ten opzichte van het oude. In 1973 domineerden nog de gezangen van Duitse dichters en componisten. Maar de Engelse liederen staan muzikaal gezien vaak dichter bij ons. In Engeland kwam het dichten van kerkliederen voor samenzang namelijk later op gang dan bij de protestanten op het vasteland.
Isaac Watts geldt als ‘Vader van de Engelse hymnen’. Het was in de tijd dat onze stadhouder Willem III met zijn vrouw Mary op de Engelse troon kwam bij de Glorious Revolution van 1688 die een einde maakte aan een lange periode van gewelddadige conflicten in het land. De grootvader van Watts was ooit gesneuveld in een oorlog met de Hollanders, kleine Isaac lag nog aan de moederborst toen zij met de baby haar man bezocht die in de gevangenis zat omdat hij van een verkeerde overtuiging was. Moeder stamde af van Hugenoten. Isaac dronk het ware geloof en het verlangen naar vrijheid met de moedermelk in. Maar hij zei thuis wel eens wat van het lage peil van de gemeentezang. Het gezin hoorde bij een van de vrije kerken, los van de staatskerk, waar het er vaak niet beter mee gesteld was overigens. Er waren nauwelijks gezangenbundels, veel mensen waren ongeletterd. Het zingen bestond vaak uit regel voor regel voorlezen en dan zingen. Watts’ vader stelde voor dat hij dan zelf eens wat probeerde. Het liederen schrijven ging Isaac aanmerkelijk goed af. Er kwam een stroom gezangen met krachtige teksten uit zijn pen. Sommige daarvan zijn vrije bewerkingen van psalmteksten. ‘O God die droeg ons voorgeslacht’ staat nu dan ook achter psalm 90 in het Liedboek. En ‘Jezus zal heersen waar de zon gaat om de grote aarde om’ is een lied bij psalm 72, want Watts vond niet dat je onder stoelen of banken hoefde te steken dat je als christen bij de koning van de vrede uit deze psalm aan Jezus denkt. Zijn meest bekende lied is waarschijnlijk ‘Er is een land van louter licht’, over de zo herkenbare twijfels op de oever van de doodsrivier. Watts was overigens bij deze liederen terughoudend in het streven naar mooischrijverij. Te mooie poëzie zou eenvoudige gelovigen kunnen verwarren of afleiden..
Watts schreef niet alleen zo’n 750 liederen. Hij werd predikant in Londen, maar vanaf 1712 leefde hij grotendeels buiten de stad bij vrienden, boeken schrijvend over een hele reeks onderwerpen. Ondertussen begon het culturele klimaat te veranderen. Verlichting, rationalisme en een meer sentimentele vroomheid gingen hun beslag leggen op de geesten. Ook Watts schreef over logisch argumenteren en redeneren. Maar zijn liederen gingen langer mee: geestelijke munitie tegen de barbarij in de wereld, met een kenmerkende en krachtige verbinding tussen een klassieke geloofsopvatting en een persoonlijke betrokkenheid.
Bron o.a.: lemma Isaac Watts , door J. W. Schulte Nordholt, in het Compendium bij het Liedboek voor de Kerken 1973