´Je kunt het gelaat van God niet herkennen door kruis en gevangenis uit de weg te gaan´
Is Russisch-Orthodox christendom meer dan ikonen, kerkdiensten die staande moeten worden bijgewoond, vocale kerkzang volgens eeuwenoude traditie, kerkleiding die aan de leiband van de staat loopt en nationalistische gevoelens?
Iemand voor wie het zeker meer moest zijn was Pavel Adelgejm. Op 5 augustus 2013 kwam hij om het leven door messteken van een verwarde man. Het was even wereldnieuws. ‘De laatste vrije priester van het Moskouse patriarchaat’ werd hij daarin genoemd. Hij was een uitgesproken criticus van de kerkleiding en van de nauwe band tussen kerk en staat. Een bevoorrechte positie in het onderwijs en steun voor de bouw van kerken met schitterende koepels in ruil voor een kritiekloze opstelling ten opzichte van het bewind was hem een doorn in het oog. In 2012 had hij ook een petitie ondertekend voor een milde behandeling van de bandleden van Pussy Riot die een mis hadden verstoord. ‘Altijd zijn er profeten, armen, bezetenen en heilige dwazen geweest die inbraken op de regels van heilige ruimtes’, zo schreef hij. En deze vrouwen hadden de leugen ontmaskerd van de onnatuurlijke band tussen de Kerk en de Russische Federatie.
Zowel zijn ene grootvader als zijn vader waren gedood door het communistische regime. De familie bezat voorheen verschillende fabrieken. Pavel kwam in een kindertehuis en ging vervolgens met zijn moeder in ballingschap in Kazachstan. Al jong besloot hij priester te worden. Hij woonde een tijdje in het Holenklooster in Kiev. In 1964 werd hij priester in Oezbekistan. Hij kreeg het voor elkaar er een kerk te bouwen, een hele prestatie. Mogelijk daarom kreeg hij vervolgens drie jaar strafkamp: ‘laster tegen de Sovjet-Unie’. Hij verloor er een been. Bij zijn vrijlating werd hij hartelijk ontvangen door de aartsbisschop van Tasjkent. Heel anders was de verhouding met zijn latere aartsbisschop die hem ernstig dwarsboomde. Intussen was het IJzeren Gordijn verdwenen en de Russische Federatie tot stand gekomen. Adelgejm bracht twee sociaal actieve parochies tot bloei. Met steun vanuit protestantse kerken in Nederland bouwde hij ook weer een kerk, bij een psychiatrisch ziekenhuis. Maar hij moest vertrekken uit de parochie en mocht in deze kerk geen diensten meer leiden.
Die aandacht voor de sociaal en psychisch zwakkere medemens was kenmerkend voor zijn pastoraat. Hij bezocht jarenlang mensen in de gevangenis en hielp mensen daadwerkelijk die in problemen zaten. En deze altijd vriendelijke maar ook eigenzinnige man was daarin niet te stuiten. Juist dat lijkt hem uiteindelijk noodlottig geworden te zijn.
Bronnen: Trouw, 8-8-2013 en internet