Het ligt voor de hand dat een leven zonder beroep ons vanwege onze neiging tot zelfzuchtigheid ons veel meer ellende brengt dan een stevige arbeidstaak die ons van ons ellendige ik afleidt
‘Haar Heer en Meester, die zij nu ononderbroken dag en nacht voor zijn troon dient, heeft haar de genade gegeven om tijdens haar lange pelgrimstijd niet karig, maar met zegen te zaaien en haar uitnemende gaven met onvermoeibare trouw en zichzelf wegcijferende overgave tot zijn eer en tot vreugde en stichting van de evangelische christenheid en tot heil van alle soorten noodlijdenden te gebruiken’.
Carolina Bertheau was het negende kind van een wijnhandelaar met een familie van Hugenoten. Aangestoken door de Opwekkingsbeweging werd ze actief in de armen- en ziekenzorg in Hamburg. Na het overlijden van zijn eerste vrouw werd zij in 1843 de tweede echtgenote van Theodor Fliedner. In 1836 hadden Theoder en Friederike Fliedner in Kaiserswerth het allereerste diaconnessenhuis gesticht. Theodor zocht en vond opnieuw een gelovige echtgenote die van wanten wist. Fliedner en zijn echtgenotes waren de absolute pioniers van protestants diaconaal werk met een professionele aanpak. Kaiserswerth groeide uit tot een groot en wijdvertakt netwerk van instellingen en stond model voor initiatieven van geestverwanten elders, ook in Nederland. Dat betekende dat de Moeder van Kaiserswerth zelf ook rolmodel werd voor andere vrouwen aan het hoofd van de diverse zusterhuizen.
Ze combineerde de zorg voor het gezin met tien kinderen met de leiding van de diaconesssen. Bij afwezigheid van haar man verving zij hem. De instructies en taakomschrijvingen getuigen van het zoeken naar maximale ruimte voor zelfstandige beslissingsbevoegdheden, binnen een maatschappelijke en religieuze context waarin het gezag van de man bovenaan staat.
Ze overleefde haar man zevenentwintig jaar en bleef bij de leiding betrokken, maar ze koos er bewust voor om niet op de stoel van directeur te gaan zitten. Ze werkte in Berlijn in de Charité (nog altijd de naam van het een groot ziekenhuis) en bezocht andere huizen in het land. Kaiserswerth had uiteindelijk meer dan duizend medewerkers.
Moederlijke leiding betekende dat ze van de zusters absolute loyaliteit aan de gezamenlijke opdracht en de regels vroeg, maar van haar kant ook zorgzame aandacht voor ieders geestelijke en lichamelijke welbevinden betoonde. Uit de talloze brieven aan de zusters is af te lezen dat toen haar gezag eenmaal gevestigd was, ze steeds meer groeide in hartelijkheid en het vermogen om haar zusters tot grote dienstbaarheid te motiveren. Liever voorkwam ze problemen dan dat ze die met disciplinaire maatregelen moest oplossen.
Dienend leiderschap waarbij je je eigenheid als vrouw of man bewaart blijft in allerlei posities en omstandigheden een spannende missie.
(2017)