Meer nog dan de schoonheid van de schepping moet de wijsheid worden bemind: zij wordt door alle heilige zielen liefdevol erkend
Klopte het gerucht dat op feestdagen de nonnen met loshangend haar in het koor staan te zingen, met lange witte zijden sluiers, goudkleurige kransen op het hoofd met een kruis en een afbeelding van het Lam, en met gouden ringen aan de vingers? Zo schreef een geschokte moeder-overste ergens in Duitsland aan Hildegard, abdis van een nonnenklooster op de Rupertsberg bij Bingen aan de Rijn. Wat een nieuwlichterij!
Zo doen ze dat, ja. In Hildegards klooster is ruimte voor creativiteit, spel en symboliek. Op feestdagen lopen de nonnen vooruit op het paradijs dat komen gaat. Stralend wit gaan zij hun Bruidegom tegemoet. En ze zingen door Hildegard zelf gecomponeerde zangen. Zeventig ervan werden pas een halve eeuw geleden gedrukt. Niet alleen de noten, maar ook de spirituele teksten waren in haar tijd vernieuwend.
Dat was de dynamische twaalfde eeuw. Vanaf haar achtste had ze in een klooster onderwijs genoten. Rond haar vijftiende trad ze in. Van jongsaf had ze visioenen. Aangemoedigd door de beroemde Bernard van Clairvaux, die ze om raad had gevraagd, begon ze die in 1141 op schrift te stellen. In een reeks boeken ontvouwde ze haar originele inzichten over God en mensen, hemel en aarde, deugden en ondeugden, natuur en geneeskunst. Vrijmoedig vanuit haar eigen vrouwelijke perspectief. Ook letterlijk kregen thema’s van het geloof een eigen inkleuring: kleurige miniaturen illustreren haar boeken.
Een van haar thema’s is de Wijsheid die God vergezelt in zijn scheppen. Ze schrijft God onomwonden ‘moederlijke barmhartigheid’ toe of een ‘bevruchtende’ aanwezigheid. Ze onderzoekt ook heel gedreven de samenhangen tussen lichaam, ziel en zintuigen, tussen natuur en geest en verwondert zich over alle krachten die er werkzaam zijn, zoals de viriditas, de groeikracht. Ze ontwikkelt therapeutische gaven.
Ondertussen leidt ze haar klooster, correspondeert ze uitgebreid met vorsten, pausen en abten, waarbij ze hen zo nodig ook de les leest over hun machtsconflicten, maakt reizen, preekt dan zelfs, onder meer in Keulen tegen de Katharen die volgens haar Gods goede schepping minachtten. De ‘Zieneres van de Rupertsberg’, de ‘Teutoonse profetes’ werd een beroemdheid.
Pas in 2012 heeft de paus haar heilig verklaard en als kerklerares erkend. De wijsheid in onze collectieve omgang met de schepping was intussen nogal zoek geraakt. Hildegard inspireert om niet te wanhopen aan haar vindbaarheid.
(2016)