De schepping is een plek licht rondom het kruis
Zijn verzamelde werken beslaan elf banden opstellen, lezingen, preken, brieven, boeken. De Friese boerenzoon Noordmans, dominee in Idsegahuizen-Piaam, Suameer en Laren (Gld) was een van de belangrijkste protestantse theologen in ons land uit de eerste helft van de vorige eeuw. Met een heel eigen beeldende en speelse stijl van schrijven en van denken. Niet zo barok als zijn vriend Miskotte. Geen strakke systematische redeneringen in lange zinnen zoals in de dikke dogmatieken van Karl Barth, de theoloog die vanaf 1918 internationaal de toon zette van het theologisch debat. Noordmans was het wel met hen eens maar redeneerde anders. De schuchtere man werd nooit professor. Het verhaal gaat dat hij vanwege smetvrees op ziekenbezoek de patiënt zijn wandelstok de hand liet geven. Dat nam niet weg dat hij schrijvend aan de hoek van zijn keukentafel in diep contact stond met de geest van de cultuur van Europa en zijn tijd. In meditaties klinkt soms het geluid van de leeuweriken of de bastoon door van het huisorgel uit zijn Friese jeugd, maar ook de dramatiek van nazisme en oorlogsgeweld, het falen van Europa. Zijn eigen pastorie werd getroffen door een bom.
Bekend werd zijn boek ‘Herschepping’ (1934). Hierin nam hij in kort bestek de geloofsleer door met de beroemde zin ‘scheppen is scheiden’. Geschreven voor leiders van jongerenkampen, geplunderd door predikanten. Ook een bestseller werd ‘Gestalte en geest’, een bundeling van theologische meditaties die hij als pensionado had geschreven. Het weerspiegelt de hoofdlijn van zijn denken over bijbel, kerk en geloof. Hoe God geschiedenis maakt door steeds opnieuw gestalte te geven aan zijn bedoelingen, maar oude gestaltes ook te verbreken om plaats te laten maken voor betere. God leert zelf ook van de geschiedenis. Saul moet plaatsmaken voor David en hij wekt verwachting voor een betere Messias. Het meest zichtbaar is God in de gebroken gestalte van de gekruisigde Jezus. Daar licht op wat onze verlossing is. Maar ook in de vertolking voor de wereld van de betekenis van Christus gaat het zo verder. Petrus gaat en Paulus komt.
En niet aan eenmaal gegroeide vormen blijven hangen was dan ook Noordmans’ credo voor de kerk. Hij was jarenlang intensief betrokken bij pogingen tot diepgaande reorganisatie van de Hervormde Kerk, als lid van de vereniging Kerkopbouw. Pas in de ‘apostolaire’ Kerkorde van 1951 kwamen gedachten uit deze beweging tot uitvoering. En zijn idee over huisgemeentes krijgt eigenlijk pas sinds kort voet aan de grond. Eerst moest kennelijk de secularisatie verder zijn gegaan om open te staan voor andere vormen van organisatie van kerkelijk leven dan de klassieke met dominee en kerkenraad.
Noordmans leert je om niet bang te zijn als oude vormen niet meer werken en in puin gaan. En om te blijven geloven in de herscheppende krachten van een zeer menslievende Geest.