Gods gedachten zijn gelukkig anders dan de gedachten van de mensen
De IKON is niet meer. De omroeporganisatie van een aantal samenwerkende kerken is opgegaan in de EO. Voorganger de IKOR was in 1946 opgericht zodat de kerken zich via de radio tot de samenleving konden gaan richten. Omroeppastor Alje Klamer was in de jaren ’60 en ’70 een van de boegbeelden. Van de vrijheid die kerkelijke zendgemachtigden zonder leden hadden werd ruim gebruik gemaakt om thema’s aan de orde te stellen waar velen binnen en buiten de kerken nog geen oor naar hadden.
Klamer was een kruidenierszoon uit Groningen. In de oorlog zat hij ondergedoken in Delfzijl omdat hij de Ariërverklaring niet wilde tekenen. Hij kwam weer tevoorschijn toen zijn ouders er om bedreigd werden. Hij werd in Berlijn te werk gesteld. Met TBC kwam hij weer terug. In 1949 voltooide hij zijn theologiestudie in Groningen, trouwde hij en werd hij hervormd predikant te Westernieland-Saaxumhuizen. In 1953 vertrok hij naar Maastricht. Voor de radio viel hij op als ´die man die zo gewoon sprak´. ‘Hij was een man met de gave van het woord, een retorisch talent. Ik ging vaak mee naar de kerk, er heerste daar een vreemd soort opwinding, hij maakte iets los bij mensen,´ aldus zijn zoon Ronald die bij het toneel ging. In 1959 begon het werk als radiopastor in Hilversum. Interkerkelijk dus. Van het een kwam het ander. Zoals de oecumenische Pinkster-appèls waarbij eens duizend gasten aan vijftig tafels in de Haagse Dierentuin een agapè-maal hielden. Hij was voorganger bij de eerste inzegening van ‘gemengde huwelijken’.
In 1961 pleitte hij voor de radio en in de pers voor mededogen met homoseksuelen. Het maakte enorm veel los. Hij raakte betrokken bij de start van ‘contactgroepen’ . Dit initiatief zou uitlopen tot een landelijk netwerk. Dat is ruim twee decennia voordat de Remonstrantse Broederschap als eerste kerkgenootschap ter wereld het kerkelijk homohuwelijk aanvaardde (1989). Ook andere taboes stelde hij aan de orde. Transseksuelen en incestslachtoffers kregen gehoor. De kinderen van vroegere NSB’ers met hun problemen. Allerlei lotgenotengroepen werden in het leven geroepen of van advies gediend. In 1976 stelde hij ook het clichébeeld over pedofielen aan de kaak. Dáárvoor kreeg hij maar weinig begrip.
Het optreden voor radio en later ook tv ging steeds vergezeld van brochures, bulletins en bijdragen in boeken en bladen als ‘De Open Deur’. In de ‘Margriet’ verzorgde hij een deel van de adviesrubriek voor lezers. In 1986 kreeg hij de Spaansprijs voor al dit publicitaire werk. ‘Niet een propagandist van iets, maar meer een gids, een meegaander’ noemde hij zichzelf. Steeds waren de verhalen van Jezus’ omgang met mensen zijn inspiratiebron gebleven.