Jan Utenhove – 1516, Gent – 6 januari 1566, Londen

Als een hert haeckt na waterbeken,
na dat hy langhe is bejaeght,
so haeckt myn siele vol ghebreken,
tot dy, myn God onversaeght (Ps. 42)

Wat onderscheidt calvinisten van andere christenen? Eeuwenlang was dat in elk geval: ouderlingen in het kerkbestuur, catechismus leren, psalmen zingen, zelf bijbel lezen. In het leven van Jan Utenhove zijn al deze elementen al terug te vinden.
Deze Vlaamse edelman had gestudeerd in Leuven en kende meerdere talen. Na de opvoering van een ketters rederijkerspel waaraan hij zelf had meegeschreven ontvluchtte hij met dertig families in 1544 uit Vlaanderen. Via Aken en Straatsburg, een belangrijk centrum van de Reformatie, kwam hij in Engeland. Hij raakte daar betrokken bij de stichting van de eerste gereformeerde kerkgemeenschappen op Engelse bodem. In Londen werd hij als ouderling leidinggevende van de Nederlandssprekende vluchtelingengemeente, naast Maarten Micron en Johannes a Lasco. Op vreemde bodem gaven zij het Nederlandse calvinisme voor ’t eerst een eigen vorm en gezicht. Hun kerkgebouw Austin Friars is nog steeds het thuis van de Nederlandse gemeente in Londen. De vluchtelingen brachten ook de lakenindustrie mee. In de jaren van koningin Maria Tudor, ‘Bloody Mary’, 1553-1558, verbleef Utenhove in Emden en Polen. Hij trouwde met Anna van Horne.
Utenhove leverde ook vertalingen, onder meer van een kindercatechismus. In 1556 heeft hij in Emden met behulp van de predikant Godfried van Wingen het hele Nieuwe Testament vertaald uit het Grieks, ‘grondlich ende trauwlick’. Het was de eerste Bijbelvertaling in de landstaal met een indeling in genummerde verzen, voor het gemak van de lezers. Hij financierde zelf de uitgave. Dat werd een financieel drama. De druk werd niet goed uitgevoerd. Utenhoves algemene Nederlandse taal werd als te kunstmatig ervaren. Zijn spelling was erg ingewikkeld, met ongebruikelijke lettertekens. Alleen dankzij een grondige herziening door Johan Dyrkinus overleefde Utenhoves werk enigszins in de ‘Deux-Aes-bijbel’ die dienst zou doen tot de Statenvertaling van 1637.
Tussen 1557 en 1566 berijmde Utenhove alle psalmen ten gebruike in de vluchtelingengemeente, de meeste op de melodieën zoals die tezelfdertijd in Straatsburg en Genève kersvers werden gedrukt. Ook dit werk was geen lang leven beschoren. Datheens psalmberijming van 1566 was beter toegankelijk. Liefhebbers zongen zijn psalmen in Londen dwars door die van Utenhove heen. Maar het begin was door hem gemaakt. De uitbraak van de Nederlandse opstand tegen Spanje in 1566 maakte Utenhove niet meer mee.

Utenhove